
10 maart 2020
Hoe wordt dyslexie herkend op de basisschool?
Kinderen met dyslexie hebben baat bij een zo vroeg mogelijke ondersteuning. Daarom is het belangrijk dat de bassischool al zo vroeg mogelijk signaleert of er kans is op dyslexie. Hoe gaat dit proces eigenlijk? Je leest er hier alles over.
Wat is dyslexie?
Dyslexie is een stoornis waardoor kinderen moeite hebben met lezen, spelling en het begrijpen van woorden. Dyslexie is aangeboren. Kinderen met dyslexie hebben een langzamere taalontwikkeling dan hun leeftijdsgenootjes. Nieuwe woorden en klanken zijn vaak lastig en je merkt weinig vooruitgang. Dyslexie kan alleen worden vastgesteld door een arts of orthopedagoog aan de hand van een uitgebreid onderzoek. Een dyslexieonderzoek kost veel tijd en geld. Daarom ligt er een belangrijke taak bij basisscholen om dyslexie al vroeg te signaleren en kinderen die achterlopen in hun taalontwikkeling zo goed mogelijk te ondersteunen. Hoe gaat het signaleren van dyslexie nu eigenlijk op basisscholen? Je leest het hier.
Preventieve screening dyslexie basisscholen
Ook al kan er op hele jonge leeftijd nog niet gesproken worden over dyslexie bij kinderen, toch zijn veel basisscholen al vanaf groep 1 en 2 bezig met signalering van dyslexie. Dit wordt preventieve screening genoemd. Door middel van observaties kunnen leerkrachten beoordelen of kinderen op het juist niveau zitten op het gebied van hun taalontwikkeling. Ze kunnen dan eventueel extra aandacht besteden aan de leerlingen die wat achterstand vertonen. Ook vragen sommige scholen al bij inschrijving of dyslexie in de familie zit omdat dyslexie erfelijk kan zijn.
Vanaf de kleuterleeftijd krijgen kinderen al veel met taal te maken, bijvoorbeeld:
- Interactief voorlezen. De kinderen worden actief betrokken bij het verhaal. Door vragen te stellen over het verhaal of de hoofdpersonen, worden kinderen uitgenodigd om mee te praten.
- Taalbewustzijn creëren. Dit wordt gedaan door rijmpjes of het oefenen met lange en korte woorden.
- Aandacht besteden aan het alfabetisch principe. Door woorden op te schrijven en ze vervolgens in stukken te hakken, leren kinderen hoe woorden zijn opgebouwd, zoals b-oo-m.
- Leren over functioneel schrijven en lezen. Een belangrijk onderdeel in de taalontwikkeling is het begrijpen dat teksten een doel hebben. Een makkelijk voorbeeld voor kinderen is een verlanglijstje, deze wordt geschreven om aan te geven welke cadeaus ze heel graag willen hebben.
Zijn er speciale dyslexiescreeningen en vragenlijsten opgesteld om te bekijken of dyslexie al vroeg gesignaleerd kan worden. Dit heet de ‘voorschotsbenadering’.
Het Expertisecentrum Nederlands heeft een signaleringslijst opgesteld voor kleuters die leerkrachten kunnen gebruiken bij hun observaties. Mocht een kind eruit springen kan er op tijd gehandeld worden. Het kind kan ter ondersteuning extra oefeningen krijgen, zoals extra letters leren, letters leren met gebaren erbij of bepaalde klanken vaker herhalen.
Begeleiding kinderen met taalachterstand
Heeft je kind aan de start van groep 3 zichtbaar moeite met taal, dan is er nog geen reden voor zorgen. Lang niet elk kind met een (lichte) achterstand heeft dyslexie, omdat ieder kind zich ontwikkelt op zijn of haar tempo. Heb dus vooral vertrouwen in je kind en probeer hem niet met andere kinderen te vergelijken, dat geeft alleen maar onrust. Probeer spelenderwijs samen te oefenen met taal en blijf veel boekjes lezen samen. Zo houd je taal leuk en blijft je kind nieuwsgierig!
Dyslexie wordt pas echt vastgesteld vanaf groep 4. En dan nog krijgt een kind niet zomaar de stempel dyslexie. Voordat het vastgesteld wordt, moet elk kind eerst het volledige leesproces doorlopen én een half jaar intensieve begeleiding krijgen. Goed nieuws: in de meeste gevallen is deze begeleiding al genoeg om de achterstand te verhelpen.
Hoe wordt een spellingsachterstand aangepakt?
Onderwijsexpert Shelby Vos, Intern Begeleider en leerkracht in het basisonderwijs, legt uit welke middelen er zijn om spellingsachterstanden aan te pakken. ‘Als achterstand in lezen of spelling opvalt, worden er extra instructies ingezet. Bijvoorbeeld:
het werken met een digitaal oefenprogramma. 1 op 1 met het kind te zitten om de spellingsregels te herhalen en nogmaals uit te leggen. extra leestijd met de leerkracht. het advies om thuis extra te lezen.’
Kinderen kunnen ook thuis oefenen met spelling. Een fijne tool is bijvoorbeeld de spellingmethode TaalExtra van onderwijsexpert Squla. Deze methode is ontwikkeld in samenwerking met orthopedagogen en dyslexie-experts. ‘TaalExtra is een hele leuke en effectieve methode voor kinderen om te oefenen met taal door quizzen of offline opdrachten te maken.’, aldus Shelby Vos.
In ons artikel Heeft je kind moeite met spelling? Zo kun je helpen! lees je nog meer tips om samen met je kind aan de slag te gaan met spelling.
Signalering dyslexie
Om dyslexie vast te stellen nemen scholen leestoetsen af. Vaak worden kinderen meerdere keren in het jaar getoetst. Bijvoorbeeld door een woordtoets, lettertoets, fonementoetsen (een toets met klanken) of woordenschattoetsen. Gedurende het jaar zullen leerlingen ook geobserveerd worden tijdens hun mondelinge communicatie en op hun niveau in teksten lezen. Al deze manieren hebben als doel om de taalontwikkeling van kinderen te pijlen. Daarnaast worden er op basisscholen nog meer toetsen afgenomen, zoals:
- de CITO-spellingtoets
- Drie-Minuten-Toets (DMT): in drie minuten moeten kinderen zoveel mogelijk woordjes lezen.
- AVI toets: binnen een bepaalde tijd moeten kinderen een verhaaltje lezen waarbij ze een maximaal aantal foutjes mogen maken. Hieronder zie je een afbeelding van de AVI leesniveaus. Hoe lees je deze tabel af? Stel, jouw kind zit in groep 4, dan moet hij de tekst die hoort bij AVI M4 lezen. Als hij de tekst binnen de tijd en het aantal fouten leest, heeft hij het leesniveau AVI M4 behaalt. Dit staat voor AVI Midden groep 4. Bij ieder volgend leesniveau hoort weer een nieuwe AVI toets. Zo zie je dus ook in de tabel dat er 2x per schooljaar een AVI toets is.
Hebben jij of de leerkracht het vermoeden dat je kind dyslexie heeft, dan worden de DMT-toets en/of de CITO-spellingtoets vaak gebruikt als indicator. Heeft je kind bij de CITO-spellingtoets een A/I-score dan is er geen sprake van dyslexie. Een E/V-score is een lage score. Als je kind 2 tot 3 keer deze lage score haalt kan de leerkracht besluiten je kind extra instructies voor lezen en spelling te geven.
Als er lage scores uit de toetsen komen, is het begrijpelijk dat je je zorgen maakt als ouder. Je wilt er tenslotte alles aan doen om je kind te helpen waar nodig. Gelukkig is er veel mogelijk om de taalontwikkeling te ondersteunen. Zoals al eerdergenoemd, krijgen kinderen niet zomaar de stempel dyslexie. Je kind krijgt eerst altijd een intensief begeleidingstraject als er sprake is van een achterstand. Mocht het traject geen goed resultaat opleveren, dan wordt er pas een onderzoek gestart waarbij een dyslexieteam het niveau van je kind bestudeerd door onder andere de toetsresultaten te bekijken.
Intensief begeleidingstraject
Kinderen die 2 of 3 keer een lage score halen bij de leestoetsen, zoals de CITO-spellingtoets, krijgen een intensief begeleidingstraject. Soms starten kinderen individueel een traject, maar mochten er meerdere kinderen in de klas in hetzelfde schuitje zitten, dan kunnen er groepjes van 2 of 3 leerlingen opgezet worden. De kinderen worden begeleid door een leesspecialist, remedial teacher of Intern Begeleider.
Er zijn meerdere methodes die ingezet kunnen worden tijdens het begeleidingstraject. De school bepaalt meestal welke methode je kind krijgt. Meestal is dit een geadviseerde methode die ook ingezet wordt als begeleiding tijdens een vergoed dyslexieonderzoek.
Aanvragen dyslexie onderzoek
Er worden pas stappen ondernomen voor de aanvraag van een vergoed dyslexieonderzoek als de extra instructie in de klas en de intensieve begeleiding niet hebben geholpen de taalachterstand te verhelpen. Is je kind niet vooruitgegaan op de toetsen en krijgt hij voor de derde keer de laagste score? Dan volgt er overleg met een dyslexiebehandelaar en wordt er een onderzoek gestart. De dyslexiebehandelaar geeft uiteindelijk de diagnose dyslexie (of juist niet). Als dit het geval is, dan kun je via de gemeente vergoede dyslexiezorg aanvragen.
Blijf positief
Dit kan best een spannende en vermoeiende periode zijn voor een kind. Er ligt veel focus op het stimuleren van zijn taalontwikkeling. Dit is voor kinderen geen leuke fase. Ze kunnen zichzelf gaan vergelijken met anderen en onzeker worden. Ook voor jou als ouder kan het spannend zijn, omdat je hoopt dat alle extra inspanningen ervoor zorgen dat er verbetering te zien is. Probeer tijdens deze periode optimistisch te blijven en maak van taal iets leuks! Forceer het thuis niet te veel om extra te lezen als je kind daar geen zin in heeft. Daardoor krijgt hij juist tegenzin. Probeer taal spelenderwijs een rol te geven binnen het gezin. Draai bijvoorbeeld eens de rollen om, dat je kind jou voorleest. Of speel samen de leesbingo, waar uitdagingen staan zoals ‘lezen met mijn vinger in mijn neus’ of ‘lezen in de dierentuin’. Als de bingo vol is, staat daar natuurlijk een mooie prijs tegenover! Meer tips om lezen thuis leuk te maken lees je in deze blog met 8 tips van ouders.
Dit artikel is geschreven in samenwerking met onze onderwijspartner Squla